home  | contact  |  voorwaarden
vestigingsadres: Bijsterhuizen 3007a, 6604 LP  Wijchen, tel. +31(0)24 645 58 88, fax +31(0)24 645 44 04, email inspire@enon.nl
    ‹‹ voeg website toe aan uw favorieten ››

   alles over opritverwarming / wegdekverwarming/ hellingbaanverwarming

TOEPASSING WEGDEKVERWARMING / HELLINGBAANVERWARMING / OPRITVERWARMING


Wegdekverwarming heeft als doel toegangswegen begaanbaar te houden en een veilige situatie te creëren zodat schade aan mens en materiaal door gladheid wordt voorkomen. Het wegdekverwarmingssysteem van Enon kan worden toegepast op alle buitenoppervlakken, zoals in- en uitritten, laadkuilen, trappen, bordessen, fietser-hellingen, voetgangershellingen, rolstoelhellingen, etc..



WEGBEDEKKING


Het Enon wegdekverwarmingssysteem kan worden toegepast voor verschillende wegbedekkingen, zoals: beton, asfalt, kunststof en klinkers. Voor elk type wegbedekking wordt een passend wegdekverwarmingssysteem ontworpen.

Geïnstalleerd vermogen:

Om een oppervlak sneeuw- en ijsvrij te houden dient een bepaald vermogen te worden geïnstalleerd. Dit vermogen wordt bepaald aan de hand van het soort wegdek en de tijdsduur om het wegdek sneeuw- en ijsvrij te krijgen. In Nederland hanteren we onderstaande vermogenswaarden:

    - Beton (asfalt) vlak

  200-250W/m2

- Beton (asfalt) sporen

: 300W/m2

    - Klinkers in zand vlak

: 300W/m2

- Klinkers in zand sporen

: 300-350W/m2

    - Kunststof vlak

: 200W/m2

- Kunststof sporen

:250W/m2

Bovenstaande waarden zijn indicatief en dienen als richtlijn te worden gebruikt.

Vlakverwarming:

Bij vlakverwarming wordt een aaneengesloten oppervlak geheel verwarmd.

Sporenverwarming:

Bij sporenverwarming voor één rijbaan worden twee stroken van ca. 600-1000mm verwarmd. Indien er twee rijbanen naast elkaar zijn (bijv. in- en uitrit), dan zijn er 2 x 2 sporen. Bij sporenverwarming is de onverwarmde ruimte zowel tussen de sporen, als aan de zijkant van de sporen. Hier gaat meer warmte "verloren" dan bij toepassing van vlakverwarming. Daarom wordt voor sporenverwarming een hogere wattbelasting genomen (300W/m2).

Voor- en nadelen van sporenverwarming t.o.v. vlakverwarming:
Voordelen:
- Minder oppervlak te verwarmen, dus sneller te monteren
- Lager geïnstalleerd vermogen
- Minder kans op beschadiging

Nadelen:
- In het geval van een rijbaan met bochten wordt het lastig sporenverwarming toe te passen. De voor- en achterwielen
  volgen bij het draaien in een bocht niet hetzelfde spoor. Om dit enigszins op te lossen kan men brede sporen toepassen,
  echter is de stap naar vlakverwarming dan vaak niet meer zo groot en uit veiligheidsoverwegingen verstandiger.
- Vrachtwagens hebben bredere banden dan personenauto's en daar zal dienovereenkomstig m.b.t. de breedte van het
  verwarmde rijspoor rekening mee moeten worden gehouden.
- Bij ijzel en een bevroren wegdek zijn de sporen niet of moeilijk te zien. Bestuurders moeten middels bouwkundige
  oplossingen worden gedwongen over de verwarmde sporen te rijden, bijvoorbeeld door: - voorzieningen op het wegdek
  zoals: varkensruggen, paaltjes of een railing. - de helling zo smal te maken dat men wel over het spoor moet rijden (max. 3m
  breed).

Dilatatievoegen:

De verwarmingskabel mag niet over een dilatatievoeg worden gelegd (NEN1010 §763.522.14.1: Verwarmingssystemen mogen niet over dilatatievoegen zijn gelegd). Dilatatievoegen zijn dus zeer bepalend voor de opbouw van het wegdekverwarmingssysteem.



VERWARMINGSKABEL


Verwarmingskabel:

Voor wegdekken met beton, kunststof of klinkers passen we ons type EHCC (zie ons specificatieblad) toe. Deze kenmerkt zich als een zeer robuuste kabel. Deze kabel beschikt over een retourader, waardoor, door de eenzijdige aansluiting de montage en aansluiting wordt vereenvoudigd. Standaard is de verwarmingskabel voorzien van 10m aansluitkabel (koud eind).

Voor een wegdek met gietasfalt passen we ons type EHCA (zie ons specificatieblad) toe. Deze kenmerkt zich als een robuuste kabel en bestand tot +235°C. Deze kabel heeft een tweezijdige aansluiting. Standaard is de verwarmingskabel aan beide zijden voorzien van 10m aansluitkabel (koud eind).

Aansluitkabel (koud eind):

De verwarmingskabels zijn standaard voorzien van 10m aansluitkabel. De sensor heeft 6-15m aansluitkabel. Indien de afstand naar het regelpaneel groter is dan de lengte van de aansluitkabels (10 en 6-15m) dan kunnen deze worden verlengd. Men dient dan lasdozen te voorzien. Aansluiting op lasdozen wordt door derden verricht (elektrotechnisch installateur). Optioneel kunnen we langere aansluitkabels monteren. Na montage van de verwarmingskabel dient men de einden van de aansluitkabels waterdicht af te dichten, in afwachting tot de aansluiting in het regelpaneel (meestal maanden later).



WEERSAFHANKELIJKE REGELAAR


Om het wegdekverwarmingssysteem op basis van temperatuur en vocht te kunnen regelen dient in het wegdek één of meerdere ijssensoren te worden gemonteerd. De ijssensoren meten de temperatuur en de vochtigheid van het wegdek. Indien op de sensor, ijs, sneeuw of vocht ligt, dan zal onder een bepaalde temperatuur een verwarmingselementje in de sensor het ijs, sneeuw, vocht smelten c.q. verdampen. Indien er geen ijsvorming, sneeuw of vocht meer is, zal de sensor vanzelf drogen en daarmee via een digitale weersafhankelijke regelaar het verwarmingssysteem na een bepaalde ingestelde tijd uitzetten. In principe gaan we uit van één sensor tot een oppervlak van ca. 50m2, daarboven passen we meestal twee sensoren toe.



REGELPANEEL


Het Enon schakelpaneel bestaat uit een staal gelakte kast voor wandmontage binnen. In het Enon schakelpaneel zijn alle benodigde componenten opgenomen voor een optimale wegdekverwarming. De moderne digitale weersafhankelijke regelaar zorgt in samenwerking met de sensor(en) voor een kostenbesparende in- en uitschakeling van het wegdekverwarmingssysteem. De wegdekregelaar is zeer eenvoudig te bedienen. In het schakelpaneel zijn o.a. de volgende componenten opgenomen:Regelpaneel wegdekverwarming
- hoofdschakelaar in de deur van de kast
- digitale weersafhankelijke wegdekregelaar
- aardlekschakelaar (optioneel)
- beveiligingsautomaat
- stuurstroomautomaat
- magneetschakelaars
- bedrading in draadkokers
- klemmenstrook (voedingsspanning, elementen en aarde)
- diverse: bevestigings- en montagemateriaal, naamplaatjes, etc.
Er wordt een elektrisch schema en gebruiksaanwijzing van het regelsysteem bijgeleverd.

Het voedingsspanningcircuit dient te zijn voorzien van een aardlekschakelaar (NEN-1010, §763.434). De aardlekschakelaar kan in het Enon regelpaneel worden opgenomen (optie), of in het voedingsspanningcircuit vóór het regelpaneel.



ONTWERP


Bij het ontwerp van een wegdekverwarmingssysteem houden we rekening met o.a.:
- soort verwarmingsmethode: vlakverwarming of sporenverwarming
- vermogen per m2 - aantal sensoren
- dilatatievoegen
- bouwkundige zaken

In onze offerte worden onderstaande zaken opgegeven:

Aantal elementen

(verwarmingskabels) die worden toegepast
verwarmingskabel ... m, ... W, 230 of 400V, voorzien van 10m aansluitkabel

Aantal sensoren

sensor, vocht en temperatuur, voorzien van 6 of 15m aansluitkabel

Regelpaneel

Enon regelpaneel, staal gelakte kast voor montage binnen bestaande uit o.a.:
- hoofdschakelaar
- digitale weersafhankelijke regelaar
- optioneel: aardlekschakelaar (NEN1010, §763.434: Verwarmingssystemen moeten deel uitmaken van eind- groepen die
  zijn beveiligd door toestellen voor aardlekbeveiliging met een toegekende aanspreekstroom van ten hoogste 300 mA)
- beveiligingsautomaat
- stuurstroomautomaat
- magneetschakelaars
- div.: bedrading, klemmen, naamplaten, bevestigings- en montagemateriaal

Montage

Montage wegdekverwarmingssysteem op locatie tijdens normale CAO-uren:
- montage van de verwarmingskabels op het bouwstaalnet / vlakke ondergrond
- montage van de sensorbuis (slagvast PVC ¾" of stalen buis ¾" )
- maken van een voorziening om later de sensor(en) te plaatsen
- montage van de sensor(en)
- aansluiten van de sensor(en)
- controleren van de weerstand en isolatieweerstand (meetrapport Enon wegdekverwarmingssysteem)
- aansluiten en testen van de installatie (voedingsspanning dient aanwezig te zijn) (in bedrijfsstelingsrapport Enon 
   wegdekverwarmingssysteem)

Opties

Optioneel kunnen onderstaande zaken worden opgegeven:
- levering van een aardlekschakelaar in het regelpaneel
- levering van verwarmingskabel t.b.v. een draingoot
- levering van lasdozen
- uitbreiding van het regelpaneel met o.a.: rvs kast, afsluitbare vergrendeling, sokkel, ophangframe, alarmcontacten,
  anticondensverwarming, extra groepen, uitgebreide signalering, specifieke klanteisen



MONTAGE


Opdracht:

Bij de opdrachtverstrekking dient men na te gaan of de afmetingen zoals gesteld tijdens de offertefase overeen-komt met de werkelijke afmetingen in het werk. Tevens dienen alle andere afwijkingen t.o.v. die gegevens waarbij in offertefase vanuit is gegaan, te worden vermeld. Eventuele aanpassingen van het systeem worden verwerkt en zal een meer- of minderprijs tot gevolg hebben.

Montage van het Enon wegdekverwarmingssysteem bestaat in chronologische volgorde uit:

- het aanbrengen van de verwarmingskabel (Enon)
- het aanbrengen van de sparing en sensorbuis t.b.v. de sensor(en) (Enon)
- het laten aftekenen door een eindverantwoordelijke (voorman, opzichter, projectleider, etc.) van het testrapport
  (weerstand, isolatieweerstand, maatvoering) (Enon)
- het aanbrengen van het wegdek (beton, asfalt, klinkers, kunststof) (derden)
- het ophangen van het regelpaneel en aansluiten van de voedingsspanning (derden)
- het aansluiten van de sensorkabel(s) in het regelpaneel en tevens inregelen en testen van het
  wegdekverwarmingssysteem. (Enon)
- oplevering van het wegdekverwarmingssysteem (Opdrachtgever)

Montage van de verwarmingskabel:

Let op bij het aanbrengen van de verwarmingskabel op de volgende zaken:
- Het warme deel van de verwarmingskabel mag NOOIT worden ingekort, alleen de aansluitkabel (koud eind) mag worden
  ingekort of verlengd.
- De verwarmingskabel dient maximaal om de 300mm te worden bevestigd (bundelbandjes), dit om verschuiven/drijven van
  de kabel te voorkomen. De sensorbuis kan men om de 600mm bevestigen.
- De verwarmingskabel is met een mof waterdicht verbonden met een aansluitkabel (koud eind). De verwarmingskabel moet
  na het aanbrengen van het beton/asfalt volledig t/m de mof zijn omsloten door het beton/asfalt. Het warme deel na de mof
  mag zich NOOIT buiten het beton/asfalt bevinden.
- Verwarmingskabels mogen elkaar NOOIT raken of kruisen. Hetzelfde geldt voor de aansluitkabel, die de verwarmingskabel
  niet mag kruisen.
- Tijdens montage van de verwarmingskabel en voor het aanbrengen van het beton/asfalt dient de weerstand en de
  isolatieweerstand van de kabel te worden gecontroleerd.
- Men dient erop te letten de verwarmingskabel niet te beschadigen (zware of scherpe voorwerpen laten vallen, door
  loopplanken over de gemonteerde kabel te leggen wordt de kabel ook ontzien).

Montage van de sensoren(en):

Let op bij het aanbrengen van de sensor(en) op de volgende zaken:
- De sensor dient bij voorkeur in het rijspoor te worden aangebracht.
- De sensor dient horizontaal gelijk aan het oppervlak in het wegdek te
  worden geplaatst, ook indien het een helling betreft. - Het oppervlak
  van de sensor (meetvlak) mag NOOIT worden bedekt met de
  afwerklaag.
- De sensorbuis dient ø3/4" van slagvast PVC of staal te zijn. (per
  sensorbuis dient door derden minimaal een mantelbuis ø1" te worden
  opgenomen.

Montage van het regelpaneel:

Her regelpaneel dient tegen een wand of frame te worden gehangen. Let op de volgende zaken:
- De voedingsspanning (3 x 400V + PE of 230V + PE) dient te zijn beveiligd met een aardlekschakelaar (zie NEN-1010,
  §763.434). Optioneel kan de aardlekschakelaar ook in het regelpaneel worden opgenomen.
- Het regelpaneel hangt binnen en is niet onderhevig aan weersinvloeden.
- De koude einden van de verwarmingskabels en de sensorkabel dienen met kabelwartels aan de onderzijde van de kast te
  worden ingebracht en aangesloten op de klemmen.

Draingoten:

Onderaan een hellingbaan bevindt zich vaak een draingoot. Om te voorkomen dat het smeltwater door ijsvorming in de goot, niet weg kan, adviseren wij om ook deze draingoot te verwarmen door in de goot een stuk verwarmingskabel te leggen



ONDERHOUDSCONTRACT


Indien gewenst kan een onderhoudscontract voor een jaarlijkse controle voor aanvang van de winter worden uitgevoerd. Hierbij controleren we o.a.:
- de weerstand en isolatieweerstand van de verwarmingskabel
- de functie en gesteldheid van de sensor(en)
- de ingestelde parameters van de digitale weersafhankelijke regelaar
- de gesteldheid van het regelpaneel
- alle verbindingen in het regelpaneel Alle bevindingen worden verwerkt op een checklist en overhandigd aan de 
  opdrachtgever.



INSTALLATIE ELEKTRISCHE VERWARMING ONDER BETON


Installatie van de verwarmingskabel vindt plaats op een vlakke ondergrond (beton) of direct op een bouwstaalnet. Voor beide methoden geldt dat na montage de verwarmingskabel wordt bedekt met ca. 3-4cm beton. Naarmate de betonlaag dikker is, wordt het systeem trager.

Vlakke ondergrond:

Verwarmingskabel:
De verwarmingskabel wordt met kunststof of metalen montageprofielen op de ondergrond gemonteerd. Het legpatroon en de onderlinge lusafstand wordt door Enon met een schets/tekening opgegeven.

IJs-sneeuwsensor:
De sensor dient in het wegdek te komen. Hiervoor moet, voordat het beton wordt aangebracht een ruimte worden vrijgehouden om de sensor te plaatsen. Dit kan met piepschuim, een blok hout of een pvc-buis. Tevens dient een buis (slagvast PVC of staal ¾" ) te worden aangebracht waardoor later de sensorkabel kan worden getrokken. De hostaliet buis moet naar het piepschuim / blok hout / pvc-buis worden geleid en bevestigd en waterdicht worden afgewerkt.

Bouwstaalnet:

Verwarmingskabel:
De verwarmingskabel wordt met ty-wraps/bundelbandjes op de bovenste bewapening (meestal bouwstaalnet 150x150x8mm) gemonteerd. Het legpatroon en de onderlinge lusafstand wordt door Enon met een schets/tekening opgegeven. Voor de montage heeft het de voorkeur de langsstaven van het bouwstaalnet aan de bovenkant te leggen evenwijdig aan de lengteas van de helling.

IJs-sneeuwsensor(en):
De sensor dient in het wegdek te komen. Plaats deze op een positie waar men als eerste ijsvorming of sneeuw kan verwachten. In het geval van 2 sensoren wordt er meestal één boven en één onder geplaatst. Voordat het beton wordt aangebracht dient een ruimte te worden vrijgehouden om de sensor te plaatsen. Tevens moet een sensorbuis (slagvast PVC ¾") te worden aangebracht waardoor later de sensorkabel kan worden getrokken. Een methode voor de sensorplaatsing is, gebruik te maken van een PVC buis (ø110mm) die zo´n 10-20cm boven de bewapening uitsteekt en onderin is afgedicht met een cap en voorzien is van een opening. Door deze opening wordt de sensorbuis gestoken en rondom afgedicht met bijv. PUR-schuim. Met een 90° bocht komt de sensorbuis tot aan de bovenkant van de PVC buis. De PVC buis wordt met ty-wraps vast gezet aan het bouwstaalnet. De sensorbuis wordt eveneens goed bevestigd met ty-wraps aan het bouwstaalnet.

Betonstort:

Let op bij het storten van het beton op de volgende zaken:
- De verwarmingskabel is met een mof waterdicht verbonden met een aansluitkabel (koud eind). De verwarmingskabel moet
  na het aanbrengen van het beton volledig t/m de mof zijn omsloten door het beton/asfalt. Het warme deel na de mof mag
  zich NOOIT buiten het beton bevinden.
- Voor een gelijkmatige verwarming van het wegdek dient de betonlaag boven de verwarmingskabel overal gelijk te zijn, bij
  voorkeur ca. 3-4 cm. Indien de laag dikker is reageert het systeem trager.
- Tijdens het storten de beton niet van grote hoogte laten vallen. Het verdient de voorkeur de beton met een slang te laten
  vloeien of met een kubel aan te brengen.
- Tijdens het storten dient men er voor te waken dat de verwarmingskabel niet beschadigd wordt (geen zware of puntige
  voorwerpen laten vallen, oppassen dat men niet met de trilnaald(en) de kabel of sensorbuis beschadigd, met lopen de
  verwarmingskabel zoveel mogelijk ontzien, etc.).
- Tijdens het storten dient men de weerstand en isolatieweerstand van de verwarmingskabels continue te controleren.
  Indien er een kabelbreuk is geconstateerd, deze direct repareren of de plaats markeren waar de beschadiging zit (het is
  meestal niet mogelijk in de vloeibare beton een reparatie uit te voeren). Later kan ter plaatse van de breuk het beton worden
  weggehakt en de kabel gerepareerd worden.

In bedrijf stellen:

Na uitharding van het betonnen wegdek mag het verwarmingssysteem in bedrijf worden gesteld (ca. 30 dagen). Men mag NOOIT het droogproces van het wegdek versnellen door inschakeling van het verwarmingssysteem.



INSTALLATIE ELEKTRISCHE VERWARMING ONDER GIETASFALT


Installatie van de verwarmingskabel vindt plaats op een gladde (geen scherpe uitsteeksels) constructieve ondergrond (bijv. beton).
Eerst wordt een laag "naakt glasvlies" of "gebitumeerd haarvilt" neergelegd. Hierop wordt de montagekabel met metalen montageprofielen gemonteerd. Na montage van de verwarmingskabel wordt één of twee lagen asfalt aangebracht. Bij één laag wordt meestal 25mm gietasfalt aangebracht, ingestrooid met grind 1/3 of zand. Bij twee lagen, worden 2 lagen gietasfalt van elk 25mm aangebracht, ingestrooid met grind 1/3 of zand. De verwarmingskabel komt in de 1e laag.

Verwarmingskabel:
De verwarmingskabel is geschikt voor toepassing in gietasfalt en geschikt voor temperaturen tot +235°C. De verwarmingskabel wordt met metalen montageprofielen op de ondergrond gemonteerd. Het legpatroon en de onderlinge lusafstand wordt door Enon met een schets/tekening opgegeven.

IJs-sneeuwsensor:
De sensor dient in het rijspoor in het wegdek te komen. Het kan zijn dat voor montage van de sensor een sparing in de ondervloer moet worden gehakt. Het messing sensorhuis kan samen met een stalen sensorbuis (3/4" ) worden aangebracht. Later kan dan de sensorkabel worden getrokken.

Aanbrengen gietasfalt:
Let op bij het aanbrengen van het gietasfalt op de volgende zaken:
- Alle toegepaste materialen dienen kortstondig een temperatuur van ca. 235°C kunnen weerstaan.
- De verwarmingskabel is met een mof waterdicht verbonden met een aansluitkabel (koud eind). De verwarmingskabel moet
  na het aanbrengen van het asfalt volledig t/m de mof zijn omsloten door het asfalt. Het warme deel na de mof mag zich
  NOOIT buiten het asfalt bevinden.
- Voor een gelijkmatig verwarming van het wegdek dient de asfaltlaag boven de verwarmingskabel overal gelijk te zijn.
- Tijdens het aanbrengen van het gietasfalt dient men er voor te waken dat de verwarmingskabel niet beschadigd wordt
  (geen zware of puntige voorwerpen laten vallen, met lopen de verwarmingskabel zoveel mogelijk ontzien, etc.).
- Tijdens het aanbrengen van het gietasfalt dient men de weerstand en isolatieweerstand van de verwarmingskabels
  continue te controleren. Indien er een kabelbreuk is geconstateerd, deze direct repareren.
- Het warme deel van de verwarmingskabel mag NOOIT worden ingekort, alleen de aansluitkabel (koud eind) mag worden
  ingekort of verlengd. In bedrijf stellen: Na uitharding van het asfalt wegdek mag het verwarmingssysteem in bedrijf worden
  gesteld (ca. 30 dagen). Men mag NOOIT het droogproces van het wegdek versnellen door inschakeling van het
  verwarmingssysteem.



INSTALLATIE ELEKTRISCHE VERWARMING IN ZAND ONDER KLINKERS


Installatie van de verwarmingskabel vindt plaats op een gladde (geen scherpe uitsteeksels) ondergrond, het liefst een harde ondergrond zoals beton. Hierop wordt met kunststof montageprofielen de verwarmingskabel gelegd. Op de verwarmingskabel komt het liefst een verdicht zandbed (zand-cement), waarin de klinkers worden gelegd.

Omwille van architectonische eigenschappen willen architecten wel eens voor verwarming onder klinkers kiezen, echter om diverse redenen die hieronder zijn genoemd, geniet dit systeem niet onze voorkeur.

Verwarmingskabel:

De verwarmingskabel is dezelfde als die voor beton wordt toegepast en geschikt voor toepassing in zand. De verwarmingskabel wordt met kunststof montageprofielen op de ondergrond gemonteerd. Het legpatroon en de onderlinge lusafstand wordt door Enon met een schets/tekening opgegeven.

IJs-sneeuwsensor:

De sensor dient in het rijspoor in het wegdek te komen. Hiervoor kan men het messing sensorhuis reeds plaatsen en tevens een sensorbuis (hostaliet of stalen buis ¾" ) aanbrengen. Hierdoor wordt later de sensorkabel getrokken. Het is aan te bevelen, om het sensorhuis met cement tussen de klinkers te fixeren.

Aanbrengen klinkers:

Let op bij het aanbrengen van de klinkers op de volgende zaken:
- De verwarmingskabel is met een mof waterdicht verbonden met een aansluitkabel (koud eind). De verwarmingskabel moet
  na het aanbrengen van de klinkers volledig t/m de mof zijn omsloten door het zand/cement. Het warme deel na de mof mag
  zich niet in de open lucht bevinden.
- Tijdens het aanbrengen van de klinkers dient men er voor te waken dat de verwarmingskabel niet beschadigd wordt (geen
  zware of puntige voorwerpen laten vallen, met lopen de verwarmingskabel zoveel mogelijk ontzien, etc.).
- Tijdens het aanbrengen van de klinkers dient men de weerstand en isolatieweerstand van de verwarmingskabels continue
  te controleren. Indien er een kabelbreuk is geconstateerd, deze direct repareren.
- Het warme deel van de verwarmingskabel mag NOOIT worden ingekort, alleen de aansluitkabel (koud eind) mag worden
  ingekort of verlengd.

Eigenschappen verwarming in zand onder klinkers:

- Zand isoleert zeer goed en draagt dus slecht warmte over.
- Bij verwarming zal ook het vocht in het zand worden verwarmt. Dit kost extra (verdampings) energie.
- Klinkers zijn dik (8 - 10cm), waardoor de warmtedoorvoer naar het oppervlak relatief lang duurt

Nadelen elektrische verwarming in zand onder klinkers:

- Traag systeem: Door bovenstaande eigenschappen is de reactietijd van zo'n systeem veel trager dan bij bijv. een
  betonnen wegdek. Om dit enigszins te verbeteren passen we vermogensdichtheid van 300W/m2 toe (beton ca. 240W/m2).
  Aangezien de kabel zijn warmte minder goed kan afstaan mag het vermogen per meter kabel, niet hoger zijn dan 25W/m. De
  warmte afgifte kan worden verbeterd door de kabel te leggen in een verdicht zandbed (zand/cement).
- Grote kans op beschadiging: Door een instabiele ondergrond en mogelijke verzakking van de klinkers is beschadiging van
  de verwarmingskabels aanzienlijk.

Voordelen elektrische verwarming in zand onder klinkers:

Warmtetechnisch zijn er geen voordelen t.o.v. andere systemen

In bedrijf stellen:

Na uitharding van de zand/cement mag het verwarmingssysteem in bedrijf worden gesteld.



INSTALLATIE ELEKTRISCHE VERWARMING ONDER KUNSTSTOF


Installatie van de verwarmingskabel vindt plaats op een constructieve gladde (geen scherpe uitsteeksels) ondergrond (beton). Verwerkingcondities omgeving en vloer: temperatuur minimaal 15ºC en maximaal 30ºC met een relatieve vochtigheid van maximaal 70%.
Achtereenvolgens worden de volgende werkzaamheden verricht:
- stofvrij stralen van de ondergrond
- aanbrengen van de wegdekverwarming
- aanbrengen van een primer
- aanbrengen van een epoxy troffelmortel
- aanbrengen van een schraaplaag
- aanbrengen van instrooikwarts
- aanbrengen van een toplaag
- aanbrengen van een slijtlaag
Totale systeemdikte is ca. 12-15mm.

Verwarmingskabel:

De verwarmingskabel wordt met kunststof of metalen montageprofielen op de ondergrond gemonteerd. Het legpatroon en de onderlinge lusafstand wordt door Enon met een schets/tekening opgegeven.

IJs-sneeuwsensor:

De sensor dient in het rijspoor in het wegdek te komen. Hiervoor moet, voordat de kunststof vloer wordt aangebracht een ruimte worden vrijgehouden om de sensor te plaatsen. De messing montagebus voor de sensor kan direct in de kunststof vloer worden aangebracht. Naar de messing sensorbus dient een hostaliet of stalen buis te worden aangebracht waardoor later de sensorkabel kan worden getrokken. Het kan zelfs zijn dat voor de sensor een sparing dient te worden gehakt in de ondervloer en een sleuf te worden gefreesd voor de sensorbuis.

Aanbrengen kunststof vloer:

Let op bij het aanbrengen van het kunststof op de volgende zaken:
- De verwarmingskabel is met een mof waterdicht verbonden met een aansluitkabel (koud eind). De verwarmingskabel moet
  na het aanbrengen van het kunststof volledig t/m de mof zijn omsloten door het kunststof. Het warme deel na de mof mag
  zich NOOIT buiten het kunststof bevinden.
- Voor een gelijkmatig verwarming van het wegdek dient de kunststof laag boven de verwarmingskabel overal gelijk te zijn.
- Tijdens het aanbrengen van het kunststof dient men er voor te waken dat de verwarmingskabel niet beschadigd wordt
  (geen zware of puntige voorwerpen laten vallen, met lopen de verwarmingskabel zoveel mogelijk ontzien, etc.).
- Tijdens het aanbrengen van het kunststof dient men de weerstand en isolatieweerstand van de verwarmingskabels
  continue te controleren. Indien er een kabelbreuk is geconstateerd, deze direct repareren.
- Het warme deel van de verwarmingskabel mag NOOIT worden ingekort, alleen de aansluitkabel (koud eind) mag worden
  ingekort of verlengd.

In bedrijf stellen:

Na uitharding van de vloer mag het verwarmingssysteem in bedrijf worden gesteld (opgave leverancier vloer). Men mag NOOIT het droogproces van de vloer versnellen door inschakeling van het verwarmingssysteem.